Op 26 maart 2009 werd tijdens de Netwerkbijeenkomst Kunst en Cultuur in het Muzee te Scheveningen een kunstwerk gepresenteerd bestaand uit 24 kleine werken van 24 verschillende kunstenaars. Met dit gezamenlijk werk toont de recent opgerichte groep ‘Kunstenaars in het Statenkwartier’ hoe groot de verscheidenheid in techniek en zienswijze kan zijn in een groep professionele en autodidactische kunstenaars.
Het werk is uitgevoerd op houten paneeltjes in drie verschillende maten, die vervolgens door de deelnemers op eigen manier werden bewerkt en daarna met technische kennis en inzet uit eigen groep als driedimensionaal object in elkaar werden gezet.
Een aantal kunstenaars koos voor het thema de wijk en de zee.
Odette Saulnier maakte een collage van Frederik Hendrik in blik, Lily Priester verwijst met haar papiercollages naar de bibliotheek. Edelsmid Queenie Visser laat een hoorn van gesmede messing overvloeien met schelp en edelsteen, Nicolette Bénard rijgt een zeeketting van groene pareltakjes en koraal, Marie-Louise Dutilh snijdt een gat in haar paneel en laat een marmeren krabschaar naar buiten kruipen. Inez van Maanen maakt een poëtische metaalcollage van vissen, Jantien Hoogendoorn schildert de pier van Scheveningen op een mistige dag en Natascha Morsink zet een bootje van gejut hout op blauw geschilderd canvas.
Iefke Cochius en Lydia Lindo tonen schilderijtjes die uit een naïf-realistische droomwereld lijken te komen. Een andere droomwereld is te vinden in het warmrood glaswerk van Irene van der Does de Bye, Greta Cune werkt met fotografie in combinatie met pentekening en schilderwerk. Bomen zijn haar onderwerp evenals bij Veronica Terlingen die in haar foto’s vooral de surrealistische kant van bomen laat zien.
Elisabeth Mink schildert een abstract landschap in reliëf met kleurpigment, Tjarda Moret een universum in acryl en Carin Anderson’s vuurzon lijkt uit het binnenste van de aarde te komen terwijl het zachte aquarel landschap van Guusje van der Werff juist een hele verstilde wereld toont.
Maar het gaat ook over mens en dier in dit gezamenlijk werk.
Olga van Buul schildert haast fotorealistisch een dubbelportret van de man met de trommel. Madelon Koppejan plaatst haar figuren in een imaginair landschap.
De danseres is een aquarel van Wieneke Toby evenals het kinderportret aan de achterkant, een van haar geliefde onderwerpen. Anneke Roeleveld boetseert twee kinder figuurtjes in klei en zet die aan de voor en achterkant van haar plankje. Greetje Akkermans’ gezichten zijn haast mystiek, met goudverf geschilderd en vage contouren van korrelige materie, koffie bij nadere inspectie.. De mensen op het schilderijtje van Violet Roest komen uit een primitieve Afrikaanse cultuur en het voor en achter aanzicht van Hetty Huveneer’s hondenkop zal iedereen vertederen.